Aangeboren teletijdmachine
- Carolina Tini
- 12 apr 2020
- 1 minuten om te lezen
Ik heb een aangeboren teletijdmachine in mijn hoofd
ergens tussen de hippocampus en de prefrontale cortex.
Sinds ik in taal ben gaan denken
en in de mogelijkheid ben om herinneringen aan te maken,
keer ik steeds weer terug,
naar eigen avonturen en belevenissen
of naar het leven van anderen.
Louis Couperus schreef ooit: “dweep en droom niet met de schim van het Verleden”,
maar steeds weer trap ik in zijn val.
Verhalen lezen en luisteren,
geuren snuffelen en smaken proeven,
die mijn draaiende machine in leven houden.
Goede herinneringen kleven zich vast aan zintuigen.
Ik bedenk mij hoe goed het vroeger wel niet was,
of dat doen ze mij toch geloven.
De slechte heb ik in een put geduwd,
die ik telkens dieper moet graven,
wanneer ze proberen te ontsnappen.
Zo lijkt het verleden, meer dan vandaag of morgen,
een roze wolk
waar ik meer oplettend naar had moeten kijken.
Licht streelt zachtjes mijn wangen.
Mijn ogen proberen haar te vangen,
maar ze is sterker.
Ze voedt mijn dromen en zet de tijdmachine in gang,
weg van nu.
Geuren van lindebomen, veldbloemen, gras, aarde en wasverzachter
brengen me
op de toppen van hun tenen
terug naar waar ik vandaan kom.

Comments