top of page
IMG_02255.JPG

De weg van vertroebeld geluk

​

Tussen gedachtpeuteren, droomvangen en gelukskoorts

Zoeken

Grijze krullen en witte lakens

  • Foto van schrijver: Carolina Tini
    Carolina Tini
  • 13 mrt 2019
  • 3 minuten om te lezen

Andrea stak haar witte zakdoek met geborduurde bloemen in de opening van haar mouw en streek haar vers gewassen enkellange rok voor de zevende keer glad. Ook al was er voldoende personeel dat elke ochtendspits als een mierenkolonie door de gangen rond spurtte om het werk in een race tegen de tijd af te krijgen, toch bleef Andrea zich halsstarrig vastklampen aan haar vaste rituelen. Zo dekte ze altijd al haar bed op nog voor iemand daar de kans toe had, waarbij ze de lakens zodanig gladstreek, met haar ruwe, gerimpelde handpalmen, alsof de nacht nog geen sluier over haar kamer had gelegd. Het kostte haar meestal wel acht keer zoveel tijd en inspanning als de jonge verpleegsters, maar ze genoot intens van dat beetje onafhankelijkheid en zelfbeslissingsrecht dat er haar nog restte.


Al wachtend tuurde Andrea door het brede, ongewassen vensterraam naar buiten. De roodoranje ochtendzon die warmer leek achter glas dan in werkelijkheid scheen op haar voorhoofd en in haar linkeroog, waardoor er zich zwarte vlekken op haar netvlies vormden. Ze trok de beige gordijnen lichtjes toe, zodat ze toch nog een deel van de transparante lucht en de mousse wolken zag. Er toverde zich een warme oranje gloed op de gladgestreken witte lakens die zich tegen de muren weerkaatste. Ze keek met een bonzend hart naar de voorbij tikkende wijzers van haar horloge, eentje die ze al meer dan twintig jaar aan dezelfde pols droeg, maar die wel wat in haar vel sneed, sinds ze de laatste jaren wat was bijgekomen door te veel stil te zitten. Vijf over negen. Tussen de lichte opwinding en schreeuwende maag door, sloop er een zoete, smeulende chocoladeachtige geur van verse koffie haar kamer binnen via een kleine opening aan de deur. Vanaf dat moment wist ze dat het niet meer lang zou duren vooraleer er ƩƩn van de jonge stagiaires haar beige plateau zou komen brengen. Meestal lag die goed gevuld met onder andere een fragiel porseleinen kannetje fairtrade koffie, waaruit ze wel drie warme kopjes kon drinken, een potje romige volle koffiemelk, drie grijze sneetjes brood met een viertal soorten granen die ze goed kon verteren, een glazen potje rabarber- of aardbeienconfituur waarvan de rode kleur de zoetzure smaak verraadde en een perfect vierkantig sneetje goudgele jonge kaas van de plaatselijke boer waarvan de randjes al zorgvuldig waren afgesneden. Af en toe zat er ook nog een vers stukje zoet, zacht fruit bij, zoals een sappige bloedappelsien, een overrijpe banaan of een gele kiwi van zepri, iets wat ze vroeger als kind nooit kon eten, aangezien de massaconsumptie het land pas bereikte vanaf de jaren ā€˜70. Het ontbijt was, tegen alle verwachtingen in, smakelijk en eenvoudig, en ook zonder gebit kon ze dit zonder moeite tussen de voegen van haar tandvlees vermalen.


Andrea wierp nogmaals vluchtig een blik op haar horloge. Elf over negen. Haar hart pompte steeds meer en meer bloed doorheen haar aders, waarbij ze lichtjes misselijk begon te worden. Ze wist dat ze zich niet moest opjagen. Sterven voor het ontbijt was namelijk geen optie. Ze zocht tussen de voegen van haar zetel naar de afstandsbediening van de televisie. Haar zoektocht werd echter onderbroken door ƩƩn van de jonge stagiaires die na twee keer vluchtig tikken op haar deur meestal al half voor haar neus stond. ā€œHe, he, zeg, het winteruur doet een mens toch geen goed hĆ©, Andreake. Hier zijn uw pilletjes voor vandaag. Over een uurtje ben ik daar met uw ontbijt. Goed?ā€



Ā 
Ā 
Ā 

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


bottom of page