top of page
IMG_02255.JPG

De weg van vertroebeld geluk

Tussen gedachtpeuteren, droomvangen en gelukskoorts

Zoeken

Spinne(n)kop?

  • Foto van schrijver: Carolina Tini
    Carolina Tini
  • 8 nov 2018
  • 4 minuten om te lezen

Oma”, zei ik licht twijfelend, niet goed wetende hoe ik nu precies een gesprek over haar verleden moest aangaan, alsof ik nog nooit met haar over serieuze zaken gepraat had, wat wel het geval was, maar nog nooit had ik zo’n intense drang gevoeld om alles over haar jongere jaren te willen weten. Ik wilde haar ook niet het gevoel geven, in deze kale muffe ziekenhuiskamer, dat dit wel eens haar laatste dagen zouden kunnen zijn, aangezien ik ineens een brandend verlangen had om een hele hoop vragen op haar te vuren.


Mijn gedachten stonden al veel verder dan het woord “oma” dat zij in haar gehoorstelsel had meegekregen, maar dat was niet erg, want ze tuurde naar buiten, hoe de regen met lichte en kort tikkende slagen tegen het raam spatte. Ik observeerde haar nauwkeurig en zag aan haar gezicht dat ze aan het denken was, aan wat weet ik niet, maar wanneer ze met haar onderste lip en kin van voor naar achter beweegt, weet ik dat ze met iets zit.


Ik berekende in mijn hoofd hoe ik het precies zou aanpakken. Ik kon natuurlijk moeilijk vragen: “Allez, vertel nu maar eens, voor je dood bent, want ik heb namelijk schrik dat je doodgaat, oma. Al die jaren leefde ik in ontkenning dat je er ooit niet meer zou kunnen zijn en nu, aangezien jij de laatste bent van die generatie die nog verhalen kan doorvertellen, krijg ik schrik dat je er ineens niet meer gaat zijn en ik geen vragen meer kan stellen.”

Nee, ik besluit de bal in haar kamp te leggen.


Met een zekere nonchalance, alsof het een doordeweeks gesprek is tussen de soep en de patatten, vraag ik: “Zeg, oma, ik vroeg mij af, denk jij nog zo wel eens aan vroeger? Allez, hoe was het eigenlijk om als kind op te groeien in de oorlog? Ik heb mij dat altijd al afgevraagd en ik heb het jou precies nog nooit echt gevraagd. Je vertelde mij wel altijd het verhaal van die ene keer met je voet onder de rups in de kermis, waardoor je nu nog steeds last hebt van je been, maar ik vraag mij toch soms nog af hoe je je daar nog bij voelt.

Ik voel een rare kneep in mijn maag wanneer oma mij plots aankijkt, waarbij mijn nog niet verteerde appel van een uur geleden naar boven wordt geduwd bij de vraag die ik stel. Ik wil haar ook niet pushen om zaken uit de doeken te doen of verhalen op te rakelen die ze liever niet meer uit haar herinnering graaft. “Ja, ja, dat was niet leuk hé.

Er valt een ongemakkelijke stilte waarbij nog enkel in de verte de opgewekte stem van de weerman te horen valt die zegt dat de regen morgen en overmorgen nog zal blijven aanhouden. Ik besluit het erbij te laten. Ofja, toch voor deze avond. Ze is de laatste tijd niet met haar gedachten bij deze wereld door de medicatie die ze om de drie uren krijgt toegestopt en de nieuwe kale omgeving waarin ze nu zit.


Ik druk mijn lippen lichtjes tegen haar warme voorhoofd en zeg dat ik maar eens naar huis ga fietsen. Ik trek mijn nog klamme donkerblauwe winterjas aan, doe de enige twee knopen die eraan zitten dicht en draai mijn sjaal vluchtig rond mijn nek waarbij ik mezelf bijna doe stikken. Ik neem mijn kunstlederen rugzakje en zwier die in één beweging op mijn rug, waarna ik uitbundig met mijn handen begin te zwaaien, een kusje uit mijn hand blaas en meerdere keren roep: “Tot later, oma! Daaaaag”, totdat mijn gezicht achter de kier van de deur verdwijnt en ik haar in het ongezellige licht achterlaat. Dit doe ik dus eigenlijk altijd als ik bij oma vertrek, het afscheid rekken, omdat ik niet goed ben in afscheid nemen en het mij altijd een slecht gevoel geeft dat ik wegga. Ik verdoezel dus meestal het schuldgevoel bij mezelf door uitbundig te vertrekken.


Ik hoor haar nog een laatste keer zeggen: “Dag spinne(n)kop!”. Geen idee waarom ze mij zo noemt trouwens, dit doet ze namelijk al jaren. Vroeger dacht ik letterlijk aan de kopjes van harige achtpotigen en ik vond het beeld maar groezelig en angstaanjagend. Als ik verder snuister in de betekenis naar spinne(n)kop, kom ik tot de vaststelling dat ik het best zelf eens aan haar vraag, vooraleer er misverstanden ontstaan...


- M. De Coster (2007), Groot scheldwoordenboek: van apenkont tot zweefteef, Antwerpen

  • spinnenkop: eigenzinnig meisje; naar schepsel.

- P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager, Baarn

  • spinnekop: Dat een dier dat spint, spin genoemd wordt, is even gewoon als dat men een dier dat vliegt, vlieg noemt en een dier dat hommelt (gonst, bromt) hommel. Maar in het Vlaams heet hetzelfde diertje dat wij spin noemen, kobbe, ontstaan uit koppe. Het is duidelijk dat men, als men het beestje ziet, denkt aan een kop met poten. Nu is het typische dat twee verschillende namen voor hetzelfde dier zijn samengevoegd tot een nieuwe: spinnekop.




 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


bottom of page